De geschiedenis van de Zavot

Duizenden jaren geleden, nog voor het begin van de ijstijd was het zo zinderend heet, dat je je nauwelijks leven op aarde kon voorstellen. Toch waren er plekken op de aarde, waar dieren konden leven, zoals leguanen, slangen, spinnen en nog veel meer reptielen. Menselijk leven, zoals wij dat nu kennen, was onvoorstelbaar. Toch leefden er hier en daar wezens die wij de voorlopers van de mens zouden kunnen noemen. Echte mensen waren het niet, wel leefden ze net zoals wij van water, planten en dieren. Het waren zeer slimme wezens. Dat moest ook wel om te kunnen overleven in de hitte. Ze zagen er niet uit als mensen. Ze waren namelijk volledig aangepast aan het klimaat waarin ze leefden, aan de droogte en aan de hitte.

Zoals kamelen bulten hebben om hun vocht in te slaan, zo hadden deze wezens één bult, net boven hun billen. Ze waren zeer klein. Dan hoefden ze niet zoveel te zweten als de tegenwoordige mensen. Ze hadden lange dunne benen, zodat ze snel en ver door droge gebieden konden lopen.

Hun gezicht zag er ook anders uit. Ze hadden een sterk behaarde neus en ze konden hun oren dichtdoen voor het geval er een zandstorm kwam.

Ze hadden ook zware wenkbrauwen om het zweet van hun voorhoofd op te vangen.

Verder hadden ze speciale Sahara-voeten. Het woestijnzand is namelijk erg heet. Daarom hadden ze een dikke eeltlaag, een soort nagel onder hun voeten. Hun voeten leken enigszins op zwemvliezen.

Kenmerken en gewoontes:

Het zandvolkje en daarvan afgeleid de naam Zavotten.

Hoe groter de bult, hoe belangrijker de Zavot was. De belangrijkste Zavot had zijn troon op het schavot. Uitjes of sjalotten vormden het lievelingsgerecht van deze Zavotten.

Een Zavot was ook een halve zot: Hij hield erg van grappen, griezelen en grollen, vond het leuk anderen in de maling te nemen en anderen te laten schrikken. Ze hadden gekke bekken en konden ook gekke bekken trekken.

De Zavotten zijn in deze omgeving nagenoeg uitgestorven. Toch blijkt uit achterhaalde geschiedenisboeken, dat er in deze omgeving nog enkele Zavotten rondzwerven.

Ze woonden in grote ondergrondse zandkastelen, maar konden ook bovengronds prachtige kunstwerken bouwen.

Ze hielden kangoeroes als rendieren.

Ze hielden er bijzondere eetgewoontes op na. Staken hun armen onder hun benen door en gebruikten zo de maaltijd.

Door middel van imitatie kun je met een Zavot in contact treden. Andere manieren van contact maken, zijn haast onmogelijk.

Ze kunnen in het donker goed zien. Ze schrokken wel van erg fel licht. Andere zintuigen, zoals tast-, gehoor- en reukzin zijn goed ontwikkeld.

Geld was water: Druppels ongeveer 1 cent, een volle emmer was gelijk aan honderd gulden.

Ze waren slim en vindingrijk. Ze begroetten elkaar door met de bulten tegen elkaar te wrijven. Winden laten en boeren waren vormen van extreme beleefdheid. Hun behoefte deden ze in de grond (ontbijtkoekdrol).

N.B. De Zavot kende een verboden woord. Als dat gezegd werd, dan stokte het contact en kon je niets meer van de Zavot gedaan krijgen!

Opdrachten:

  • Een woord, opdracht of zin ontcijferen. De eerste letters van namen van getekende voorwerpen vormen de zin.
  • Het bouwen van een zandkasteel volgens bepaalde normen.
  • Een ballon vervoeren door deze tussen de billen van twee spelers te klemmen.
  • Pak met je handen onder je benen doorgestoken met stokjes of een lepel iets op en gooi dat naar een bepaald punt.
  • Kimspelen, zoals geblinddoekt ruiken, tasten, met blote voeten voelen e.d. Ook elkaar betasten en zo erachter komen wie de ander is.
  • Probeer … aan het lachen te maken en liefst zo snel mogelijk.
  • Ga gekke bekken trekken, bijvoorbeeld door met een elastiekje om je neus te zitten, of gewoon, of op je gezicht te tekenen of op een vel papier te tekenen.
  • Zotte spelen, zoals lucifersdoosje doorgeven via je neus.

De kinderen krijgen als eerste de opdracht 1. De instructie luidt: Volg de moppentocht!

Er is een spoor uitgezet met daarop moppen. Als ze dit spoor goed volgen, komen ze uiteindelijk bij de Zavot terecht. Onderweg zijn er hindernissen die de tocht vertragen. Het zijn opdrachten die verband houden met de gewoontes van de Zavot – zie de opdrachten. Bij elk goed uitgevoerde opdracht krijgt de groep een deel van de instructie waarmee ze aan het eind van de tocht met de code die ze van de Zavot ontvangen, de schat kunnen vinden. De instructie luidt als volgt: Ha, ha, wat heb ik jullie te grazen genomen. Jullie hebben mij gevonden, maar de schat is hier niet. Loop de route maar weer terug en lees de moppen nog maar eens. Je krijgt van mij een cijfercode. Het eerste cijfer is het nummer van de mop, het tweede cijfer geeft aan de hoeveelste letter je daarvan moet nemen. Zet die letter in het vakje achter die getallen. Als je alle letters hebt gevonden, vormen deze een zin. Die zin vertelt jou waar je de schat kunt vinden. Veel succes ermee!